Toen in 1927 het initiatief was genomen om een voetbalclub op te richten, hetgeen op 1 januari 1929 officieel gebeurde, moest natuurlijk worden uitgezien naar een speelveld. Een terrein gelegen aan ’t Hoog (waar later de plaatselijke vuilnisbelt zou komen) kon men van de gemeente huren voor het astronomische bedrag van fl 1,- per jaar. Al in de mobilisatietijd hadden soldaten hierop gevoetbald, maar in de loop der jaren had de natuur vrij spel gehad. Daarom toog men met man en macht aan het werk om het terrein speelklaar te maken. Bunt en heide moesten wijken voor een stel fanatiekelingen, die doelen maakten uit het hout dat in de omliggende bossen was gekapt. Gezien de ligging, werd Café de Schipper gekozen tot clublokaal. Maar bij het voetbalveld was van kleedruimten geen enkele sprake. Om nog maar niet te spreken van douches en wc’s. Als het al nodig was, kon de verkleedpartij in een schuurtje bij het clublokaal gebeuren. Het onderhoud van het veld bestond uit het netten hangen en lijnen strooien, lijnen die er voor de wedstrijd met droog wit zand werden neergelegd. Dit alles was in de bekwame handen van Frans van de Ven, die gold als een echt manusje-van-alles binnen de vereniging. Ook in de oorlogstijd werd er op ’t Hoog nog af en toe gevoetbald, zoals een ‘vriendschappelijke’ wedstrijd tegen de Duitsers.
Bij de wedergeboorte in 1946 voldeed het vooroorlogse veld niet meer aan de eisen van de voetbalbond. Dus ging men op zoek naar een nieuw terrein om zich zondags te kunnen botvieren. Na onderhandelingen van Antoon Larmit was de mulder Harrie van Himbergen bereid een lap grond te verhuren. Dit was echter gelegen aan de Kuilenrode tegenover bakker Vorselaars, en daarom verhuisde het clublokaal mee. Café Schellekens (later Van Grinsven) werd het nieuwe onderkomen van HMVV. Het speelveld van de mulder was trouwens van een ongekend hoge kwaliteit: er stond namelijk gras op! Elke HMVV-er vond het daarom erg jammer dat in de beginjaren vijftig weer moest worden verkast naar een nieuwe locatie. Antje Meulenbroeks en Piet Abrahams wilden tenslotte een perceel verhuren op een steenworp afstand van het bestaande speelveld. Aan het Twisseltsepad moest alweer met vereende krachten worden gewerkt om op een fatsoenlijk terrein te kunnen voetballen. De doelen verhuisden mee en HMVV kon er weer tegenaan. Dat één van doelen in een kuil stond, stuitte vele tegenstanders tegen de borst, maar elke HMVV-er bedekte deze kritiek met de mantel der liefde. Onderhoud van het veld was vaak een heidens karwei omdat verschillende graspollen steeds weerbarstig hun kop in de wind staken. Soms bracht een kudde schapen uitkomst, maar ook werd er gebruik gemaakt van een heuse maaimachine. Bij de uitkijktoren in Landgoed de Utrecht kon men dit met paard en wagen gaan halen. Voor de wedstrijden nog even een rondgang met droge kalk of zand en ziedaar: het voetbalveld.
Van voetbalveld naar sportpark
Het moet rond 1955 zijn geweest dat men na enkele jaren voorbereiding de juiste bomen kon omkappen om nieuwe doelen te maken. Een houten doellat was namelijk al eens bezweken aan de rekoefeningen van een voetballer. Frans Schellekens, de materialenman in die jaren, wilde echter kwaliteit en daarom werden de houten palen in een betonnen voet gezet. Deze constructie bleek zo sterk dat 20 jaar later deze beide doelen nog zouden worden overgeplaatst naar het trainingsveld op de Leeuwerik. Inmiddels was er ook een afrastering rond het veld in de vorm van betonnen paaltjes die door een draad waren verbonden. Deze paaltjes waren door enkele clubmensen eigenhandig uit beton gegoten, een zwaar karwei dat zich op het erf van de familie Peys voltrok. Om de trainingen te verlichten kwam er een echte lichtmast ter plaatse: een groot opengevouwen koekblik met een lamp van 200 Watt. De stroomtoevoer geschiedde door een verlengsnoer uit te rollen vanaf het clublokaal. In 1959 werd ook de knoop doorgehakt om het lijnentrekken te ‘moderniseren’. Er werd een heuse kalkmachine aangeschaft, die meteen al fel bekritiseerd werd. Veel te duur en nog te klein ook. “Geen nood” moet men gedacht hebben en de kalkstrooier werd voorzien van een extra bak, waardoor zijn inhoud iets werd vergroot. Een kleine twintig jaar heeft Nic Meulenbroeks wekelijks achter diverse karretjes gelopen om het speelveld te voorzien van een hagelwit randje. De ruilverkaveling betekende ook voor het voetbalveld enige verandering. De pacht van 1,25 hectare werd opnieuw geregeld en het terrein werd volledig gerenoveerd. Al enige tijd was het bestuur op zoek naar eigen kleedruimten, en toen men over de financiën beschikte (zo’n fl 800,-) kon dat gelijktijdig met de herstructurering worden gerealiseerd. Bij een aannemer in Lage Mierde werd alles voorbereid zodat het plaatsen snel en gemakkelijk kon gebeuren. Met ondersteuning van enkele clubmensen en vooral broer Wout, verzorgde Jac Rens in korte tijd al het nodige timmerwerk. Het resultaat was een fraai houten lokaal met twee kleedruimten, een scheidsrechtershok, een wc en een materialenhok. Vanuit Café van Grinsven werd langs het karspoor ook stromend water en licht aangelegd. Dat bij trainingen de stoppen in de meterkast nog al eens sprongen, nam men op de koop toe. Verder verscheen er gaas achter de doelen om de hoogvliegers tijdig te onderscheppen en er was wat hout over voor een schietwand op het intrapveldje. Bij de officiële opening op 3 oktober 1965 beschikte HMVV over een compleet eigen sportpark, dat gezien mocht worden.
Naar sportpark De Leeuwerik
Al enige jaren waren er vanuit de gemeenteraad plannen om de drie voetbalclubs te laten fuseren. Het HoLaHu sportpark zou dan komen te liggen aan de Kruisdijk in Hulsel. Stuitend op hevige weerstand van SDO, Hulsel en HMVV veegde men deze nobele plannen van tafel. Voor onze voetbalclub betekende het dat de weg was vrijgemaakt voor een nieuw aan te leggen sportpark. Sinds 1970 hamerde het bestuur hier op omdat door het flink groeiend aantal leden er inmiddels zeven elftallen waren, die het ene speelveld ernstig overbevolkten. Met financiële ruggensteun van de gemeente Hooge en Lage Mierde kon eindelijk de knoop worden doorgehakt. In maart 1974 startte de bouw van een geheel eigen accommodatie. Maandenlang werd door 60 clubmensen, bouwvakkers en kantoorklerken, eendrachtig samengewerkt en in november was de klus geklaard. Kantine plus keuken, vier kleedlokalen en berging, voorzien van alles wat wenselijk was. Zonder iemand tekort te willen doen, kunnen we rustig vaststellen dat deze accommodatie het levenswerk is van één man: Nic Meulenbroeks. De tijd die hij erin gestoken heeft met hamer en duimstok, komt overeen met zeker 400 wedstrijden. Hij was de grote man achter de voltooiing van het clubgebouw en maakte eigenhandig de poort mee los tijdens de officiële opening in juni 1975 waar heel Hooge Mierde voor uitliep. Of dit nog allemaal niet voldoende was, werd in 1978 een bestuurskamer neergezet en werden in 1983 twee kleedlokalen aan het totaal toegevoegd. Ook dat was bittere noodzaak geworden omdat in drukke weekenden behalve elf voetbalteams, nog drie korfbalteams van DDW en de plaatselijke KPJ gebruik maakten van sportpark De Leeuwerik. En in de gedachte van alles-onder-één-dak, en wat voor een dak, kwam tenslotte ook de peuterspeelzaal erbij. De oorspronkelijk aangelegde velden kregen begin jaren tachtig nog gezelschap van een multifunctioneel veld waar, naast de KPJ en enige schutters van de ‘guld’, onze kleinste voetbaljeugd haar voetbaltalenten kon vertonen. Vlak voor het diamanten jubileum werd het dak volledig vernieuwd, werd binnenshuis groot onderhoud gepleegd en werd de parkeerplaats in de klinkers gelegd, waardoor HMVV anno 1989 over een prima eigen thuis beschikte. Het resultaat van 60 jaar ploeteren, zweet en soms tranen, was een sportaccommodatie die er wezen mocht: De Leeuwerik!
Onderdak uitgebreid tot en met tribune
Na de plaatsing van een heuse overkapping werd het hoofdveld, mede dankzij sponsoring, nog verder aangekleed met reclameborden en een fraai scorebord. Uitbreiding van de veldverlichting, een nieuwe fietsenstalling langs de oprit en wat aanpassingen binnenshuis, bleken slechts de warming up. Want terwijl de gemeentelijke herindeling in volle gang was, bezweek De Leeuwerik in de aanloop naar de eeuwwisseling onder haar sporters. Vooral DDW kampte jarenlang met ruimtegebrek voordat de gezamenlijke inspanning met HMVV bij de gemeente Reusel-de Mierden tot een oplossing leidde. In de zomer van 2002 lukte het 150 vrijwilligers, met support van 75 bedrijven en de gemeente, om het hele clubgebouw volledig te renoveren en uit te breiden. Waar DDW haar kleed- en wasruimte verdubbelde en haar eigen materialenopslag realiseerde, bracht HMVV al haar voorzieningen en ruimtes naar de eisen van de 21e eeuw. Vanzelfsprekend werden de clubkleuren ook door het gebouw uitgedragen en ademde de bar dezelfde sfeer en gezelligheid als de voetbalclub. Nog maar amper bijgekomen van het 75-jarig jubileum ging, verdeeld over de zomerstops in 2007 en 2008, het hele sportpark op de schop. Samen met DDW en het Sint Joris Gilde mobiliseerde HMVV opnieuw zo’n honderd verschillende vrijwilligers. Alleen de centrale toegangspoort bleef in tact. Het hele nest van de Mierdse Leeuwerik werd heringericht, ingezaaid en betegeld nadat de ondergrond was voorzien van automatische beregening en nieuwe bekabeling voor de (uitgebreide) verlichting. En terwijl in 2011 de fietsenstalling binnen de poort werd gerealiseerd, stond het clubgebouw opnieuw in de steigers voor alweer een uitbreiding met kleed- en bergruimte aan DDW-zijde. Anderhalf seizoen lang ‘ploeterden’ clubmensen in alle soorten en maten, onder leiding van Henri Smolders, aan deze klus. Een groot aantal klinkers werd voor de vijfde keer binnen tien jaar ter hand genomen en net gelegde tegels aan de zuidzijde van het sportpark moesten wijken voor een lang gekoesterde wens binnen de club. Een eigen tribune aan het hoofdveld, met 165 kuipstoeltjes, werd in 2012 voltooid.
Jaar voor jaar
1927 Oprichting voetbalelftal in Hooge Mierde. Huur veldje bij ’t Hoog voor Fl. 1,- per jaar. Café de Schipper is het clubhuis.
1946 Verhuizing naar veld aan Kuilenrode en ander clubhuis, Café Schellekens.
1951 Opening van het nieuwe “sportpark”.
1955 Vervanging van doelpalen: juiste bomen gekapt, gesnoeid en in betonnen voet gezet.
1959 Aanschaf moderne kalkmachine om de lijnen te zetten.
1964 Realisatie van eigen kleedruimte: een houten keet nabij het speelveld.
1965 Officiële opening van sportpark “achter Van Grinsven”.
1974 Verhuizing naar sportpark De Leeuwerik: het begin van een eigen clubhuis.
1977 Recht van opstal clubgebouw notarieel bekrachtigd na overeenstemming met Gemeente.
1978 Kantine krijgt gezelschap van bestuurskamer.
1981 Uitbreiding met twee kleedruimten en berging. De Leeuwerik krijgt er DDW en KPJ als bewoners bij. Groot onderhoud binnen in het clubgebouw.
1984 Mobiele dug-outs vervangen door gemetselde reservehuisjes.
1988 Parkeerplaats wordt van klinkers en medeklinkers voorzien.
1989 Naast hoofdveld wordt overdekte staantribune gebouwd.
1991 Plaatsing fietsenstalling naast oprit, reclameborden en scorebord langs hoofdveld.
1993 Gemeente stelt huurovereenkomst op voor gebruik sportpark.
1994 Verlichting trainingsveld wordt uitgebreid van vier naar zes lichtmasten.
1996 Warmwatervoorziening in kleedruimten wordt vernieuwd na sloop ‘douchewanden’.
1999 Kantine uitgebreid ten koste van bergruimte. Hiervoor komt nishut (eind 2002 opgeruimd).
2002 Renovatie en uitbreiding clubgebouw. Voetpad naar hoofdveld aangelegd. Berging DDW.
2007 Veldverlichting en bekabeling aangepast en uitgebreid.
2008 Renovatie en herindeling sportpark; nieuwe dugouts.
2011 Clubgebouw opnieuw uitgebreid (samen met DDW 10 kleedlokalen). Voltooiing herinrichting sportpark; nieuwe fietsenstalling (binnen de poort).
2012 Hoofdtribune naast hoofdveld.